Aflevering 6 – Asielhond

Asielhond komt bij je in huis wonen

In deze video geeft Marlies een aantal tips voor als een asielhond bij je in huis komt wonen.  

6 tips voor als een asielhond bij je in huis wonen komt wonen

Tip 1: Bouw het wandelen op.

Je moet goed beseffen dat de gemiddelde asielhond toch wel enige tijd in het asiel heeft gezeten voordat hij in huis komt. Zeker als je gaat voor jongens die een gedragsprobleem hebben gehad en waarmee het nu goed gaat. In het Dutch Cell Dogs programma hebben we heel veel van dit soort type honden, die kunnen soms al een half jaar in het asiel zitten. Dat betekent voor die honden, hoe goed een asiel ook is, dat ze weinig beweging hebben, minder beweging dan de gemiddelde huishond. De meeste tijd zitten ze in een hok en er wordt met ze gewandeld aan een riem. Zelden zijn de honden los in een weiland of waar dan ook. Eigenlijk nooit, er is hooguit een gesloten ruimte waarin ze kunnen rennen. Wat de meeste mensen willen; je haalt een hond uit het asiel en bij voorkeur op vrijdagavond want dan heb je het hele weekend. Dan wil je op zaterdagmorgen naar het strand, want dat is toch het mooiste wat je een hond kan geven. Dat is het ook echt, maar wacht er ten minste twee maanden mee. Wat je krijgt is dat die hond waarschijnlijk helemaal uit zijn dak gaat en het geweldig vindt, jullie natuurlijk ook. Hij gaat flink met ballen spelen en rent alle kanten op, hij is niet te houden. De volgende dag kan de hond bijna niet meer lopen van de spierpijn. Hij verzuurt helemaal, hij raakt verkrampt en hij kan daar lichamelijk zware krachten van krijgen. Wat denk je dan? Ik heb een verkeerde hond uitgekozen, deze is kreupel. Er zijn honden die de eerste twee weken om dat soort redenen teruggebracht worden. Realiseer je goed, het is nog geen atleet. Als je er ooit een atleet van wilt maken, prima maar neem de tijd. Zorg dat de hond er regelmatig uitgaat, maar korte stukjes. Maak het hem makkelijk, want dan is het gewoon een kwestie van trainen.

Tip 2: Zorg dat je hond voldoende rust krijgt.

In een asiel is het altijd druk. Er blaft altijd wel een hond, ’s nachts ook. Honden slapen licht, honden kunnen veel reageren. Het gevolg is dat zeker de honden die wat langer in het asiel zitten, heel licht slapen en heel snel wakker zijn. Ze hebben van die hazenslaapjes omdat ze eigenlijk altijd gestoord worden. Dus wat je kunt krijgen is een hond waarvan je denkt dat die bijna nooit slaapt en bij iedere beweging wakker is. Hij zal je ongetwijfeld door het hele huis volgen want ieder geluidje gaat in hem op. Of de hond slaapt en blijft slapen, het kan soms wel twee weken duren. Dat is normaal gedrag. Een hond komt tot rust en zeker als hij in een goede omgeving zit. Hoe meer hij slaapt, hoe beter het is. Laat hem dan ook slapen. Denk niet dat je iets met de hond moet gaan doen omdat hij zich terugtrekt en alleen maar in de mand ligt. Het feit dat hij bij jou in huis zo rustig kan slapen is een teken dat hij veilig is.

Tip 3: Stel regels op

Een ander ding, behalve dan het slaapgedrag, is iets dat maar heel weinig mensen weten. Wat steeds vaker in het asiel herkent wordt is het logeergedrag. Het logeergedrag is eigenlijk iets heel grappigs en het is net zoals bij mensen. Je gaat bij mensen logeren en je hoort dat je een weekje mag logeren. Wat doe je dan? Je pakt je koffertje, je zorgt voor kleine cadeautjes voor de nieuwe eigenaren en je zorgt dat je een fantastische gast bent. Dan weet je dat je vaker mag terugkomen. Honden hebben precies hetzelfde. Honden hebben geen besef van tijd dus die denken ik mag nu hier, maar wat is hier? Hoe lang blijft hier? Dus wat doen ze? Ze zijn keurig. Ik ben hier en ik ga hier genieten. Ik luister goed en ik doe alles goed. Ze lopen eigenlijk op hun tenen. Ze doen gewoon super braaf in de hoop dat ze mogen blijven. Dat betekent dat als een hond na twee of drie weken denkt, deze omgeving ken ik en hier blijf ik wel, dan pas de kans hebben om ook hun eigen gedrag te laten zien. Daarom is het heel belangrijk je duidelijke regels stelt. Want als de hond in het logeergedrag fantastisch naast je op de bank zit, kan het met zijn eigen gedrag gaan denken dat de bank van hem is. Dan wordt het een ander probleem als je hem van de bank af wilt hebben. Dat zijn één van de redenen waarom die regels zo duidelijk moeten zijn.

Tip 4: Introduceer mogelijke andere (huis)dieren voorzichtig

Als je een hond uit het asiel haalt dan krijg je altijd een plaatsingsadvies en dat betekent dus ook dat er altijd naar gevraagd wordt of er katten in huis zijn, of dat er andere (huis)dieren in huis zijn zoals konijnen of vogels. Dat is natuurlijk wel een hele directe vraag die je ook echt moet weten. Als je een pup in huis neemt dan kun je hem aan een hoop dingen laten wennen. Het leuke en makkelijke aan een pup is dat hij klein is en melktandjes heeft waarmee hij wel hard kan bijten, maar hij is niet snel. Dus dat betekent dat ieder ander dier niet direct gevaar loopt als er een kleine pup in huis scharrelt. Een volwassen asielhond is een heel ander verhaal. Als je een hond hebt die al gewend is aan katten en andere dieren, is dat prima, maar wees altijd voorzichtig. Dat wil niet zeggen dat als hij met een kat goed is, dat hij met jouw kat ook direct de beste vrienden is. Introduceer het voorzichtig. Overleg met het asiel, kan mijn hond in een bench? Het aller makkelijkste is dat als je een hond in huis hebt, je hem in de bench zet en hem daar rustig laat slapen. Of zoals deze jongens hier, kun je de hond ook vastbinden zodat hij op zijn dekentje of kussentje blijft liggen. Laat dan de andere dieren voorzichtig introduceren. Denk niet dat het vanzelf wel goed gaat komen omdat hij mooie ogen heeft, hij heeft ook enorme tanden. Als er een ongeluk gebeurd is het traumatisch voor iedereen. Het is heel vervelend als dieren vanaf het begin af aan slecht geïntroduceerd worden en hun leven lang bang voor elkaar blijven.

Tip 5: Zorg voor omgevingsverrijkend speelgoed

Het leukste wat er is voor een hond is kluiven uitzoeken en speelgoed. Alleen wat is leuk speelgoed voor een hond en waar wil die mee spelen? Als je een asielhond hebt is hij vaak niet gewend om te spelen, met het gevolg dat ze het soms vergeten zijn. Speelgoed moet net als iedere oefening aangeleerd worden op een goede manier. Je kunt in een dierenwinkel gaan kijken, neem je hond mee als dit mag. Laat hem zelf eens kijken wat hij leuk vindt. Besef wel dat als je een piepspeeltje neemt, dat je gek kunt worden van het gepiep de hele dag. Als je kleine huisdieren in huis hebt zoals konijnen en cavia’s, is het niet altijd verstandig om een piepspeeltje in huis te hebben. Als een hond gewend is om veel gegil te horen uit dat piepspeeltje en per ongeluk de cavia pakt, is de kans aanwezig dat als de hond de cavia pakt, doorbijt op dat gepiep. Het zijn van die kleine dingen waar je rekening mee moet houden. Speelgoed wat erg leuk is wordt tijdens het Dutch Cell Dogs programma ‘Dammen met honden’ genoemd. Het is denkspeelgoed voor honden. Het is in een vorm van een botje gemaakt. Je legt er een speeltje onder, er zit een gaatje in zodat de hond het kan ruiken. Je doet het dicht en je gaat samen met de hond kijken hoe je de botjes op kan tillen. In het begin moet je hem helpen, dus je mag de botjes scheef zetten. Dan kan de hond eindeloos gaan nadenken; til ik het op, gebruik ik mijn poot, doe ik het met mijn neus? Dit zijn van die speeltjes waar je een hond ontzettend veel plezier mee doet. Het is veilig en stevig. Dat is het volgende speeltje ook, deze is iets makkelijker. Je kunt het alle kanten op schuiven. De hond kan het met zijn neus of pootjes doen. Met elk soort speelgoed geldt dat je samen met de hond speelt. Geen enkele hond gaat alleen spelen in een hoekje. Hooguit gaat hij aan iets kluiven, maar zoals je ziet ligt de hond achter heerlijk te slapen. Er ligt speelgoed maar daar doet hij niets mee. Hij gaat er pas iets mee doen wanneer je er mee gaat gooien. Probeer niet te denken dat speelgoed een oplossing is om niets met je hond te hoeven doen, zo werkt het niet. Als je iets koopt, speel er dan samen mee en maak er net zoveel plezier mee als de hond er ook mee heeft.

Tip 6: Ga naar een hondenschool

Als je dan uiteindelijk alles in huis hebt, je bent met de hond bezig en je wilt naast dat ze heerlijk slapen er ook nog leuke dingen mee doen, dan is behalve het wandelen een goede hondenschool iets leuks. Zorg ervoor dat het een goede, positieve hondenschool is die het leuk vindt om met honden te werken en die alleen met beloningen werkt en niet met correcties. Onthoud heel goed dat een asielhond een rugzakje heeft. Er zijn genoeg dingen gebeurd. Het is heel makkelijk om ‘nee’ te roepen en te corrigeren en het is moeilijk om altijd positief te zijn, maar het resultaat is zoveel beter. Je krijgt een ontzettende leuke hond. Niets is zo leuk als behendigheid te doen of te gaan speuren en te bekijken wat je hond het leukste vindt. Ook al heb je een chihuahua of een sint-bernard, onthoud heel goed dat elke hond het leuk vindt om samen te werken met zijn baas. Het maakt niet uit wat je kies aan sport. Het is absoluut niet zo dat een chihuahua het alleen leuk vindt om in een tas gedragen te worden, het is een hond die ook graag als hond behandelt wil worden. Je hebt ook kleine hindernissen voor chihuahua’s. Zoek een leuke hondenschool en zorg ervoor dat je met andere eigenaren net zoveel kunt genieten als iedereen. Sommige mensen kijken neer op een asielhond, er zal wel iets mee zijn want anders komt hij niet in het asiel. Het is een tweedehandsje. Dan moet je eens opletten wat jouw tweedehandsje voor geweldige dingen kan doen!

Geef asielhonden een tweede kans