Testimonials

Ik blijf me erover verbazen hoe mens en dier worden gematcht. De match met de hond ligt elke keer zo dichtbij de problematiek van de mensen. Een drukke hond bij een drukke jongen. Mensen zetten zich open door de training, ze moeten leren om afscheid te nemen. Ze groeien enorm als de hond is geplaatst. Cliënten leren veel van elkaar. Mensen en dieren bij elkaar die met elkaar een interactie aan gaan, of ze willen of niet. Ze willen bij de honden zijn dus moeten ze ook in de groep functioneren. Mensen groeien door de hond, het doet ook iets in sociale contacten, omdat ze hun best doen om de hond te plaatsen. Ze gaan interactie aan met familieleden om ervoor te zorgen dat de hond een goede toekomst krijgt. Sommige hebben misschien al jaren niet meer gesproken met de familie, maar voor de hond willen ze weer contact aan gaan.

Matty Timmermans

Stafmedewerker kwaliteit en informatievoorziening De Woenselse Poort - Eindhoven

Het initiatief van Dutch Cell Dogs ondersteunen wij ten zeerste. Voor de dieren, maar ook voor de gedetineerden is dit een welkome afwisseling waarin ze leren om geduld op te brengen en de rust te geven aan de dieren, maar ook zelf hebben ze hier voordeel bij wanneer zij weer op eigen benen staan buiten de gevangenis. Wij hebben nu 3x een sessie gehad en wij vinden het fantastisch hoe blij de honden reageren als ze de bekende stemmen van de trainers weer horen. De honden hebben er altijd zin in en komen moe, maar voldaan weer terug in het asiel. Wij vinden het voor het welzijn van de honden belangrijk dat ze een leuke tijd hebben bij ons en als ze binnen hun verblijf dan nog leuke verzetjes hebben is alleen maar meegenomen. Bijkomend punt is natuurlijk dat de honden een goede training krijgen waardoor het voor ons weer makkelijker is om ze te herplaatsen. Kortom, er zijn voor ons veel voordelen aan de samenwerking met Dutch Cell Dogs.

Alwin Tol en Yvonne Reinink

Beheerder en assistent beheerder, Drents Dierentehuis Beilen

 We hebben hier twee groepen, de ESP en lang verblijf. Op langverblijf zijn de jongens meer van ‘hé kijk mij eens’, stoere mannen dus. Maar voor hun asielhond zijn ze dan ineens heel vriendelijk en zelf enorm lief. Een wereld van verschil. In het vorige programma met de ESP was er een jongen helemaal in zichzelf gekeerd. Gaande de training bloeide hij helemaal op. Ik noem het altijd een win-winsituatie. Op de groep kwam hij uit zijn schulp. Hij had iets om over te praten, een onderwerp om een gesprek over aan te knopen. Hij vertelde ineens over thuis, waar hij ook een hond had. En hoe blij hij was dat hij mee mocht doen, omdat hij nu ook iets voor een andere hond kon betekenen. Verder vind ik de match tussen de jongens en honden heel bijzonder. Ze worden geconfronteerd met hun eigen gedrag. Ze mopperen soms dat een hond niet doet wat ze willen, maar als je ze vraagt: ‘Hoe denk je dat dat komt?’ Weten ze het antwoord al, omdat ze zich herkennen in de hond. Ik vind het programma geweldig. Het is fanatiek en veelbewogen. Ze leren weer om een band op te bouwen. Dat zie je wel. Het afscheid valt dan soms wel weer zwaar. Bij de laatste training worden ze vaak ook vrij emotioneel, maar ze kijken er vervolgens wel positief op terug. Het is ook niet makkelijk om een vriend vaarwel te moeten zeggen. Het zijn mensen. Ze hebben overigens ook allemaal de foto van hun ‘eigen asielhond’ nog hangen in de cel. Bijzonder.
De jongens melden zich eigenlijk gelukkig nooit ziek en melden nooit af omdat ze geen zin hebben. Als ze uitvallen is dat over het algemeen door overplaatsing of door andere omstandigheden. Als ze mee mogen doen met het programma, dan gaan ze er ook in totaliteit voor en willen de geen moment ervan missen.”

Frans van Loon

Senior Pedagogisch medewerker Rijks Justitiële Jeugdinrichting Den Hey-Acker Breda

Na een paar jaar afwezigheid zijn wij zeer blij dat onze honden weer mee hebben kunnen draaien met het Dutch Cell Dogs programma. Dit is een win win situatie voor dier en mens. De honden vinden het geweldig om aan mee te doen. Zij hebben na een paar keer al door wat het geluid van de bus is en waar dat voor staat. Dolblij springen ze dan ook in de bus, op naar een ochtend aandacht, lol, spel en leren.

Wendy van der Togt

Dierenverzorger, Dierentehuis Den Bosch

Toen het Dutch Cell Dogs programma bij ons in De Woenselse Poort draaide mocht ik een aantal maal komen kijken. Ik vroeg mijzelf af of onze cliënten hier mogelijk blootgesteld zouden worden aan risicovolle situaties en of het programma bij zou kunnen dragen aan het oefenen met vaardigheden die nodig zijn om veilig terug te kunnen keren in de maatschappij. Zou het Dutch Cell dogs programma een aanvulling kunnen zijn op onze behandeling waarbinnen we trachten om cliënten ander, als agressief, gedrag aan te leren als het hen tegen zit? Wij behandelen onze cliënten in instellingen die veilig afgesloten zijn van de maatschappij. Deze instelling bevinden zich vaker op afgelegen plaatsen een vormen een soort eigen oefen maatschappij. Hierbinnen trachten we om in de buurt te komen van het leven buiten de muren en hekken. Opnieuw leren om ‘gewoon’ met anderen om te gaan, ergens te wonen, te werken en vrije tijd besteden vraagt nogal wat aan vaardigheden van mensen. Bij onze cliënten ging dat in het verleden niet altijd vlekkeloos. Voorbeeld: Als je ergens gaat werken verwacht een werkgever dat je op tijd bent, dat je je aan afspraken kunt houden, dat je kleding draagt die past bij jou functie en dat je, ondanks jou ochtendhumeur, beleefd bent naar anderen. Ik zag bij het Dutch Cell Dogs programma dat iedereen er voor- tijd was. Cliënten droegen lange broeken, hadden stevige schoenen aan en droegen een deugdelijke jas. Iedereen was ‘gewassen en geschoren’. Ik kon niet direct herkennen wie er nu cliënt, begeleider of instructeur was. Er werd goedemorgen gezegd, er werden handen geschud en iedereen droeg zijn steentje bij aan schenken en opruimen van koffie, het uitladen van de bus met materialen en het klaarzetten daarvan. Niemand schreeuwde, niemand werd boos als er even gewacht moest worden of als de uitleg van de instructeurs niet direct duidelijk was. Men deelde onderling tips over hoe om te gaan met een lastige hond. Eigenlijk een beeld dat ik ook buiten de kliniek wel bij een honden training zie. Het Dutch Cell Dogs programma brengt een stukje buiten-maatschappij, binnen de muren van onze instellingen. De instructeurs maken geen deel uit van het justitiële systeem en stellen zich ten doel om probleemhonden een tweede kans te geven. Het probleemgedrag, niet luisteren maar direct van zich af blaffen, het bijten, grommen, weglopen… dat moet veranderen. Anders wil niemand jou hebben, zeker niet als je er ook nog eens raar uit ziet en er dan weer wel en dan weer niet bent. Veel van onze cliënten herkennen de problemen van de honden in zichzelf. De instructeurs beheersen de kunst om onze cliënten, via de honden training, aan het denken te zetten over eigen gedrag. In de training leren ze dat het belangrijke is om het goede in de ander te zien, vasthoudend te zijn, ook als het tegen zit. Rekening te houden met de (on) mogelijkheden van de ander, geduldig en consequent te blijven ook als je het zelf even moeilijk hebt. Als je dat niet in je hebt keren mensen zich van jou af en kijkt zelfs een Dutch Cell Dog niet naar je om.

Paul Ter Horst

Senior wetenschappelijk onderzoeker, De Woenselse Poort - Eindhoven

Geef asielhonden een tweede kans